La première catégorie à laquelle appartiennent les organismes de crédit et les entreprises hypothécaires visés par l'article 20, § 2, 1° à 3°, de la loi attaquée doit contribuer, par un prélèvement annuel sur le solde restant dû des crédits visés par la loi, à l'alimentation du Fonds de traitement du surendettement alors que la seconde catégorie dont relèvent tous les autres créanciers est exemptée de toute contribution audit Fonds.
De eerste categorie, waartoe de kredietinstellingen en hypotheekondernemingen bedoeld in artikel 20, § 2, 1° tot 3°, van de bestreden wet behoren, moet door een jaarlijkse afname van een deel van het verschuldigd blijvend saldo van de door de wet beoogde kredieten, bijdragen in de financiering van het Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast, terwijl de tweede categorie, waartoe alle andere schuldeisers behoren, vrijgesteld is van een bijdrage in dat Fonds.