Art. 16. En application des dispositions de l'article 55, deuxième alinéa des lois sur la Comptabilité de l'Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, pour ce qui concerne les subventions allouées aux artistes créateurs afin de soutenir leurs activités artistiques en fonction de la qualité artistique de leurs oeuvres, les bénéficiaires sont exonérés de l'obligation de produire une justification financière de l'affectation des montants alloués.
Art. 16. In toepassing van hetgeen bepaald in artikel 55, tweede lid, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, voor wat de subsidies aan scheppende kunstenaars betreft, toegekend ter ondersteuning van hun kunstactiviteit op basis van de in hun werk aanwezige artistieke kwaliteit, wordt aan de toelagetrekkers vrijstelling verleend van de verplichting om een financiële verantwoording te verstrekken voor de aanwending van de ontvangen bedragen.