M. considérant que, outre le retard dans la mise en œuvre de la période de programmation 2014‑2020, la politique de cohésion est également confrontée à des arriérés de paiement de 23,4 milliards d'euros au titre de la période 2007‑2013, ces deux éléments sapant sa crédibilité, son efficacité et sa viabilité;
M. overwegende dat het cohesiebeleid niet alleen te maken heeft met een vertraging bij de tenuitvoerlegging voor de periode 2014-2020, maar ook met een achterstand bij de betalingen voor de programmeringsperiode 2007-2013 ten belope van 23,4 miljard EUR eind 2013, en dat beide de geloofwaardigheid van het beleid ondermijnen;