3. L'inscription de cinq droits sociaux fondamentaux dans le chapitre relatif à la citoyenneté de l'Union, en vue de rendre l'Union européenne plus crédible auprès des ressortissants européens : le droit au travail, le droit à une rémunération équitable, l'égalité de traitement des hommes et des femmes, le droit à des négociations collectives et le droit de grève.
3. De opname van een vijftal fundamentele sociale grondrechten in het hoofdstuk over het burgerschap van de Unie, teneinde de Europese Unie geloofwaardiger te doen overkomen bij de Europese onderdanen : het recht op arbeid, het recht op een billijke vergoeding, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, het recht op collectieve onderhandelingen en het stakingsrecht.