2° les établissements de crédit établis en Belgique dont l'activité consiste exclusivement à fournir des services de conservation, de tenue de comptes et de règlement d'instruments financiers, ainsi que des services non-bancaires y relatifs, outre les activités visées à l'article 1, § 3, alinéa 1, de la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit et des sociétés de bourse lorsque ces activités sont accessoires ou liées aux services précités.
2° de in België gevestigde kredietinstellingen waarvan het bedrijf uitsluitend bestaat in het verstrekken van diensten van bewaarneming van financiële instrumenten, het aanhouden van rekeningen van financiële instrumenten, de afwikkeling van financiële instrumenten en daarmee verband houdende niet-bancaire diensten, naast de activiteiten bedoeld in artikel 1, § 3, eerste lid, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, wanneer die activiteiten een nevendienst vormen van of verband houden met de voornoemde diensten.