6° « contrat de crédit à court terme » : la convention par laquelle un établissement de crédit met à disposition du crédité un montant déterminé, n'étant pas destiné au financement d'investissements mobiliers ou immobiliers, pour un terme fixe ne pouvant excéder un an, à un taux d'intérêt convenu à l'avance, le crédité s'engageant à rembourser, à l'échéance fixée, l'intégralité du montant prêté augmenté des intérêts;
6° « kortlopend kredietcontract » : de overeenkomst waarbij een kredietinstelling een vastgesteld bedrag ter beschikking stelt van de kredietnemer, dat niet bestemd is voor de financiering van roerende of onroerende investeringen, voor een vaste termijn die niet meer mag bedragen dan één jaar, tegen een op voorhand overeengekomen interestvoet en waarbij de kredietnemer zich ertoe verbindt de totaliteit van het geleende bedrag, verhoogd met de interesten, op de vastgelegde termijn terug te betalen.