– (EL) Madame la Présidente, Madame la Ministre, je pense que dans le domaine des droits de l’homme, sur lequel port
e la question de M. Posselt, nous pouvons mieux coopérer avec les pays avec lesquels nous entretenons des relations politiques et diplomatiques et avec lesquels nous réalisons des transactions financières. Il est donc surprenant que l’Union européenne et ses États membres adoptent une position passive, voire négative, vis-à-vis de la demande logique et permanente
de la République de Cuba concernant la levée de l’embargo
...[+++]américain.
– (EL) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de minister, daar wij volgens mij bij de mensenrechten en bij de vraagstukken die de heer Posselt in zijn vraag aan de orde stelt beter kunnen samenwerken met landen waarmee wij politieke en diplomatieke en tevens economische betrekkingen onderhouden, ben ik verbaasd over het feit dat de Europese Unie en de lidstaten een passieve en zelfs negatieve houding innemen ten aanzien van het redelijke verzoek van de Republiek Cuba tot opheffing van het door de Verenigde Staten opgelegd embargo.