Pour les pays souhaitant développer
une capacité électronucléaire, qu'ils soient pourvus ou non d'installations nucléaires au sens de l'article 3, point 1), de la directive 2009/71/Euratom et pour lesquels se pose la question d'une intervention au moment approprié pour fa
ire en sorte qu'une culture de sûreté nucléaire se mette en place parallèlement au développement du programme électronucléaire, en particulier en ce qui concerne le renforcement des autorités de
sûreté nucléaire et des organis
...[+++]mes de support technique, la coopération tiendra compte de la crédibilité du programme de développement du nucléaire, de l'existence d'une décision des pouvoirs publics relative à l'utilisation de l'énergie nucléaire et de l'élaboration d'une feuille de route préliminaire, qui devrait tenir compte des «Étapes du développement d'une infrastructure nationale pour l'électronucléaire» (Collection Énergie nucléaire de l'AIEA, Document NG-G-3.1).Voor landen die, ongeacht of zij beschikken over kerninstallaties in de zin van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2009/71/Euratom, capaciteit wensen te ontwikkelen om kernenergie op te wekken, en waarvoor het zaak is op het juiste moment in te grijpen zodat er tegelijk met de ontwikkeling van een kerne
nergieprogramma een cultuur van nucleaire veiligheid ontstaat, met name wat betreft het versterken van de regelgevende instanties en de organisaties voor technische ondersteuning, zal er bij de samenwerking rekening worden gehouden met de geloof
waardigheid van het nucleaire ontwikkel ...[+++]ingsprogramma, de aanwezigheid van een overheidsbesluit inzake de toepassing van kernenergie en de uitwerking van een eerste draaiboek, waarin rekening moet worden gehouden met de mijlpalen in de ontwikkeling van een nationale infrastructuur voor kernenergie (IAEA Nuclear Energy Series Document NG-G-3.1).