Conformément aux dispositions de l'article 3, § 1 de l'arrêté royal du 3 mai 2007 et sous réserve d'éventuelles adaptations apportées à la présente réglementation, il est octroyé un droit au complément d'entreprise pour le régime de chômage (RCC) conventionnel sectoriel, à charge du "Fonds social pour l'industrie briquetière", aux ouvriers et ouvrières licencié(e)s (sauf en cas de motif g
rave) qui répondent cumulativement aux conditions suivantes : - avoir droit aux allocations de chômage légales; - atteindre l'âge de 58 ans ou plus pendant la période allant du 1 janvier 2015 jusqu'au 31 décembre 2016 inclus et au moment de la fin du co
...[+++]ntrat de travail; - au moment de la fin du contrat de travail, pouvoir prouver une carrière professionnelle de 33 ans en qualité de salarié; - au moment de la fin du contrat de travail, avoir travaillé au moins 20 ans dans un régime de travail, tel que visé à l'article 1 de la convention collective de travail n° 46 du 23 mars 1990 relative aux mesures d'encadrement du travail en équipes comportant des prestations de nuit ainsi que d'autres formes de travail comportant des prestations de nuit, modifiée par la convention collective de travail n° 46sexies du 9 janvier 1995, n° 46septies du 25 avril 1995 et n° 46duodecies du 19 décembre 2001; - pouvoir prouver une ancienneté sectorielle de 10 ans.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 en onder voorbehoud van eventuele aanpassingen aangebracht aan deze reglementering, wordt een recht op bedrijfstoeslag
voor het sectoraal conventioneel stelsel van werkloosheid (SWT) toegekend, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie", voor arbeid(st)ers die worden ontslagen (behalve in het geval van drin
gende reden) en die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen : - recht hebben op een wettelijke werkloosheidsuitkering;
...[+++] - de leeftijd van 58 jaar of ouder bereiken gedurende de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2016 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsloopbaan van 33 jaar als loontrekkende kunnen bewijzen; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst minimaal 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995, nr. 46septies van 25 april 1995 en nr. 46duodecies van 19 december 2001; - een sectoranciënniteit van 10 jaar kunnen aantonen.