Lorsqu'une remorque passe d'un revêtement à faible adhérence (kL) à un revêtement à haute adhérence (kH) où kH > = 0,5 et kH/kL > = 2, avec une pression sur la commande à la tête d'accouplement de 6,5 bars, la pression dans les cylindres doit s'élever pour atteindre une valeur appropriée en un temps raisonnable et la remorque ne doit pas dévier de sa trajectoire initiale.
Wanneer een aanhangwagen overgaat van een oppervlak met een lage wrijvingscoëfficiënt (kL) naar een oppervlak met een hoge wrijvingscoëfficiënt (kH) waarbij kH > = 0,5 en kH/kL > = 2, en er een druk bij de koppelingskop heerst van 6,5 bar, moet de druk in de remcilinder binnen een redelijke tijdsperiode tot een geschikte hoge waarde toenemen en mag de aanhangwagen niet van zijn oorspronkelijke koers afwijken.