Elle ne pourra contenir que les témoins dont les noms, profession et résidence auront été notifiés, vingt-quatre heures au moins avant l'examen de ces témoins, à l'accusé, par le procureur général ou la partie civile, et au procureur général par l'accusé de même que le nombre de témoins dont certaines données d'identité ne seront pas mentionnées à l'audience conformément à l'article 389; sans préjudice de la faculté accordée au président par l'article 351.
Daarin mogen slechts voorkomen de getuigen wier namen, beroep en verblijfplaats ten minste vierentwintig uren vóór hun verhoor aan de beschuldigde zijn betekend door de procureur-generaal of de burgerlijke partij, en door de beschuldigde aan de procureur-generaal evenals het aantal getuigen van wie bepaalde identiteitsgegevens overeenkomstig artikel 389 ter terechtzitting niet zullen worden vermeld, onverminderd de bevoegdheid aan de voorzitter verleend bij artikel 351.