Le troisième moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus conjointement avec le principe non bis in idem inscrit à l'article 14, paragraphe 7, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques du 19 décembre 1966 (ci-après P.I. D.C. P.), en ce que les articles 56 à 60 du décret
du 19 décembre 1998 (affaire n° 1722) et les articles 30 à 36 du décret du 22 décembre 1999 (affaire n° 1954) instaurent une différence de traitement entre, d'une part, les personnes dont le véhicule excèd
e la masse maximale autorisée ...[+++] et les masses sous les essieux et qui s'exposent ainsi à deux poursuites pénales et à deux peines distinctes et, d'autre part, les personnes qui commettent une infraction pour laquelle elles ne peuvent être poursuivies et sanctionnées qu'une seule fois.Het derde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel non bis in idem, neergelegd in artikel 14, lid 7, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (hierna : BUPO-verdrag) van 19 december 1966, doordat de artikelen 56 tot en met 60 van het decr
eet van 19 december 1998 (zaak nr. 1722) en de artikelen 30 tot en met 36 van het decreet van 22 december 1999 (zaak nr. 1954) een onderscheid invoeren tussen, enerzijds, de personen wier voertuig de maximaal toegelaten massa's en massa's onder de assen overschrijdt - zij stellen zich alsdan bloot
...[+++]aan twee strafvervolgingen en twee afzonderlijke straffen - en, anderzijds, de personen die een ander misdrijf plegen, waarvoor zij slechts eenmaal vervolgd en gestraft kunnen worden.