Dans la perspective de la création d'une plus large base de coopération et d'appui dans le secteur de l'enseignement et du programme "Enseignement et formation 2010" visant à mettre en exergue une stratégie d'apprentissage tout au long de la vie, la Commission pourrait-elle dire quelle place occupent dans la programmation générale des disciplines et branches d'enseignement qui n'ont pas de rapport direct avec le marché du travail, grec ancien, latin, sciences historiques et archéologiques, linguistique, par exemple?
"Onderwijs en opleiding 2010" beoogt een goede basis te creëren voor samenwerking op het gebied van en steun voor onderwijs, ook in het licht van de strategie voor levenslang leren. Kan de Commissie in dit verband aangeven welke plaats in de algemene planning is weggelegd voor wetenschappen en vakken die geen rechtstreekse band met de arbeidsmarkt hebben, zoals oud-Grieks en Latijn, geschiedenis en archeologie en taalkunde?