C'est pourquoi, dans la justification de son amendement, il a tenu à préciser ce qui suit: « Même si elle dispose d'une autonomie financière témoignant de son indépendance en sa qualité d'arbitre entre les divers législateurs et de juge constitutionnel en matière d'actes législatifs, il faut néanmoins que la Cour d'arbitrage rende compte de la gestion des crédits qui lui sont alloués.
Daarom heeft hij er in de verantwoording van zijn amendement op gewezen dat « de financiële autonomie waarmee de onafhankelijkheid van het Arbitragehof als scheidsrechter tussen de verschillende wetgevers en als grondwettelijk rechter van wetgevende handelingen wordt gekenmerkt, niet verhindert dat het Arbitragehof door voorlegging van de rekeningen verantwoording dient af te leggen over het beheer van de hem toevertrouwde kredieten.