Les termes « public en général » supposent, d'une part, que les émissions soient exemptes de toute communication de personne à personne et, partant, de toute confidentialité et, d'autre part, que ces émissions soient potentiellement accessibles au public ou à une partie de celui-ci, même si cet accès est subordonné à la détention d'un décodeur, par exemple.
De woorden « publiek in het algemeen » veronderstellen, enerzijds, dat de uitzendingen geen enkele mededeling van persoon tot persoon bevatten en dus ook geen vertrouwelijk karakter hebben en, anderzijds, dat die uitzendingen voor het publiek of voor een deel ervan toegankelijk kunnen zijn, zelfs al is die toegang bij voorbeeld onderworpen aan een bezit van een decoder.