31. estime que les investisseurs institutionnels – sociétés d'assurance, fonds de pension, "family offices", organismes de placement collectif et fonds de dotation – constituent des sources appropriées et fiables de financement à long terme étant donné les échéances longues de leurs modèles d'entreprise; souligne qu'il convient de perfectionner et d'ajuster les exigences prudentielles et de surveillance appropriées à l'égard de ces investisseurs institutionnels afin de favoriser les investissements à long terme au service d'une économie réelle intelligente, durable et inclusive;
31. is van oordeel dat institutionele investeerders – verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, familiebedrijven, beleggingsfondsen en schenkingen – gezien het feit dat hun bedrijfsmodellen op de langere termijn gericht zijn, geschikte en betrouwbare aanbieders van langetermijnfinanciering zijn; onderstreept dat de nodige prudentiële en toezichtsvoorschriften met betrekking tot deze institutionele investeerders moeten worden geoptimaliseerd en aangepast om langetermijninvesteringen voor een slimme, duurzame en inclusieve reële economie te bevorderen;