« Ces personnes morales bénéficient donc d'un renversement de la charge de la preuve, tout en laissant à la section du contentieux administratif une certaine marge d'appréciation en cas de contestation de cet intérêt par la partie adverse: la personne morale requérante, qui établit, à l'appui de sa requête, qu'elle répond aux trois conditions ainsi fixées, est réputée avoir un intérêt suffisant, et c'est donc à la partie défenderesse ou intervena
nte qu'il incombe d'établir concrètement cette absence d'intérêt; dès lors qu'il est établi que les trois conditions sont remplies, le défaut d'intérêt « suffisant » dans le
...[+++] chef d'une telle personne morale ne sera par ailleurs plus examiné d'office par la section du contentieux administratif, comme c'est encore le cas actuellement.« Dit betekent dat ten aanzien van deze rechtspersonen de bewijslast wordt omgekeerd, waarbij de afdeling Bestuursrechtspraak niettemin enige beoordelingsvrijheid wordt gelaten indien dat belang door de verwerende partij wordt betwist : de verzoekende rechtspersoon die tot staving van zijn verzoekschrift aantoont dat hij aan de drie aldus gestelde voorwaarden voldoet, is geacht voldoende belang erbij te hebben, zodat het aan de verwerende partij (of de tussenkomende partij aan de zijde van de verwerende partij) toekomt om deze ontstent
enis van een belang concreet aan te tonen; zodra komt vast te staan dat aan de drie voorwaarden is vold
...[+++]aan, zal de afdeling bestuursrechtspraak voorts niet meer ambtshalve onderzoeken of de rechtspersoon een « voldoende » belang erbij heeft, zoals thans wel nog het geval is.