M. François Roelants du Vivier, sénateur, se demande si la volonté commune exprimée par le premier ministre et ses collègues allemand et danois dans leur lettre adressée au président du Conseil européen et au président de la Commission européenne quant aux progrès que l'Europe doit encore accomplir dans le cadre de la Stratégie de Lisbonne, est également partagée par les autres États membres de l'UE et notamment les nouveaux États qui y adhéreront le 1 mai 2004.
De heer François Roelants du Vivier, Senator, staat stil bij het gemeenschappelijke standpunt dat de eerste minister, alsook zijn Duitse en zijn Deense collega, in hun brief aan de voorzitters van de Europese Raad en de Europese Commissie hebben bekendgemaakt over de vooruitgang die Europa nog moet boeken in het kader van de Strategie van Lissabon. Kan dat standpunt rekenen op de instemming van de andere EU-lidstaten en, in het bijzonder, van de Staten die op 1 mei 2004 tot de Unie toetreden ?