110. salue les efforts, reconnus par les Nations unies, déployés pour améliorer la documentation des allégations de violations des droits de l'homme au Sahara occidental, en particulier par l'intermédiaire du Conseil national marocain des droits de l'homme (CNDH), qui dispose de bureaux à Laayoune et Dakhla; note le travail efficace du CNDH et demande au gouvernement marocain d'aider à renforcer son indépendance et sa compétence et d'assurer l'application de ses recommandations; encourage toutefois le CNDH à consentir davantage d'efforts pour établir des relations avec les Sahraouis hostiles à l'ordre marocain et pour garantir qu'un suivi adéquat soit donné aux plaintes; salue l'adoption par le Maroc en 2012 de trois des cinq recommandat
...[+++]ions du Conseil de sécurité des Nations unies sur la situation des droits de l'homme au Sahara occidental, et l'invite à adopter les deux recommandations restantes; se félicite par ailleurs des invitations marocaines aux délégations internationales ad hoc, y compris au rapporteur spécial des Nations unies sur la torture, et du fait que ces invitations aient été acceptées; invite instamment les autorités marocaines à autoriser les missions d'enquête par d'autres organisations internationales telles que la Commission africaine des droits de l'homme et des peuples et le Parlement européen; prie toutes les parties concernées de poursuivre cette coopération avec les organismes des Nations unies chargés des droits de l'homme; soutient la création d'une mission MINURSO-CICR (Comité international de la Croix Rouge) officielle dans la zone de Fadret Leguiaa afin de procéder à l'exhumation et à la restitution des dépouilles aux familles, à la suite de la découverte de fosses communes par l'équipe d'investigation de l'Université du Pays basque; 110. is verheugd over de inspanningen om de documentatie over vermeende mensenrechtenschendingen in de Westelijke Sahara te verbeteren, met name door de oprichting van de Marokkaanse nationale raad voor mensenrechten die in Laayoune en Dakhla zetelt en die wordt erkend door de VN; neemt kennis van het positieve werk van deze raad en dringt er bij de Marokkaanse regering op aan de onafhankelijkheid en de bevoegdheden ervan te versterken en zijn aanbevelingen ten uitvoer te leggen; spoort de raad voorts aan zijn inspanningen te intens
iveren teneinde een band op te bouwen met de Sahrawi´s die vijandig staan ten aanzien van de Marokkaanse
...[+++]heerschappij en een adequate follow-up van klachten te waarborgen; is ingenomen met de goedkeuring door Marokko in 2012 van drie van de vijf aanbevelingen van de VN-Raad voor de mensenrechten inzake de mensenrechtensituatie in de Westelijke Sahara, en dringt erop aan ook de resterende twee aanbevelingen goed te keuren; is voorts verheugd over het feit dat Marokko internationale ad-hocdelegaties heeft uitgenodigd, met inbegrip van de speciale vertegenwoordiger van de VN inzake marteling, en dat deze op de uitnodiging zijn ingegaan; moedigt de Marokkaanse autoriteiten aan toestemming te geven voor verkenningsmissies van andere internationale organen zoals de Afrikaanse Commissie voor de mensenrechten en rechten van volkeren en het Europees Parlement; dringt er bij alle betrokken partijen op aan op soortgelijke wijze te blijven samenwerken met de mensenrechtenorganen van de VN; steunt de oprichting van een officiële Minurso-ICRK-missie in de regio van Fadret Leguiaa om te beginnen met het opgraven en het teruggeven van de stoffelijke overschotten aan de families, na de ontdekking van massagraven door het onderzoeksteam van de University of the Basque Country;