« 5º si le fonctionnaire médecin ou le médecin désigné par le ministre ou son délégué, visé au § 1, constate dans un avis que la demande est manifestement non fondée parce que la maladie n'est manifestement pas une maladie prévue au § 1, alinéa 1, et qui peut conduire à l'obtention d'une autorisation de séjourner dans le Royaume sur la base de la présente disposition».
« 5º indien de in § 1 vermelde ambtenaar-geneesheer of geneesheer aangeduid door de minister of zijn gemachtigde in een advies vaststelt dat de aanvraag kennelijk ongegrond is, omdat de ziekte kennelijk niet beantwoordt aan een ziekte zoals voorzien in § 1, eerste lid en die aanleiding kan geven tot het bekomen van een machtiging tot verblijf in het Rijk op grond van onderhavige bepaling».