2. Lorsque la personne condamnée est en mesure de fournir la preuve d'un paiement, en tout ou en partie, dans quelque État que ce soit, les autorités compétentes de l'État d'exécution consultent l'autorité compétente de l'État d'émission de la manière prévue à l'article 7, paragraphe 3.
2. Indien de veroordeelde bewijs kan overleggen van gehele of gedeeltelijke betaling in een staat, raadpleegt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat op de in artikel 7, lid 3, bepaalde wijze de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat.