Le CONSEIL D'ÉTAT, section de législation, troisième chambre, saisi par le président du Sénat, le 23 juin 1997, d'une demande d'avis sur une proposition de loi « modifiant la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, en vue d'accorder une allocation de logement aux bénéficiaires d'un revenu minimal » (doc. Sénat, 1996-1997, nº 1-538/1), après avoir examiné l'affaire en ses séances des 15 juillet 1997, 7 octobre 1997, 14 octobre 1997 et 25 novembre 1997, a donné, à cette dernière date, l'avis suivant :
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, derde kamer, op 23 juni 1997 door de voorzitter van de Sena
at verzocht hem van advies te dienen over een voorstel van wet « tot wijziging van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, met het oog op toekenning van een huisvestingstoelage voor de minimuminkomens » (Stuk Senaat, 1996-1997, nr. 1-538/1), heeft na de zaak te hebben onderzocht op de zittingen van 15 juli 1997, 7 oktober 1997, 14 oktober 1997 en 25 november 1997
, op laatstvermelde datum het volge ...[+++] class=yellow1>nde advies gegeven :