Entre la date d'envoi de la demande au Fonds de participation (telle qu'elle ressort de la lettre recommandée) et la date de fermeture (« officielle »), doit s'écouler un laps de temps d'au moins quatorze jours civils afin de laisser au Fonds de participation le temps de mener une enquête (article 6, § 3, alinéas 1 et 2, de la proposition de loi).
Tussen de datum van verzending van de aanvraag aan het Participatiefonds (hetgeen blijkt uit het aangetekend schrijven) en de datum waarop (« officieel ») de inrichting wordt gesloten, dienen veertien kalenderdagen te liggen. Dit moet het Participatiefonds de tijd geven om een onderzoek te voeren (artikel 6, § 3, eerste en tweede lid, van het wetsvoorstel).