Les organismes de placement collectif, et, le cas échéant, leurs compartiments, inscrits, à la date d'entrée en vigueur de la présente loi, sur la liste visée aux articles 136bis, § 3, et 136ter, § 2, de la loi du 4 décembre 1990 précitée, sont inscrits de plein droit à la liste visée, respectivement, aux articles 108 et 123 de la présente loi.
De instellingen voor collectieve belegging, en in voorkomend geval hun compartimenten, die op de datum van inwerkingtreding van deze wet zijn ingeschreven op de lijst bedoeld in de artikelen 136bis, § 3, en 136ter, § 2, van de voormelde wet van 4 december 1990, worden van rechtswege ingeschreven op de lijst, respectievelijk bedoeld in de artikelen 108 en 129 van deze wet.