Traduction de «de muscle et de tendon sai » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Lésion traumatique des muscles et des tendons de la tête
letsel van spier en pees van hoofd

Lésion traumatique des muscles et des tendons au niveau du thorax
letsel van spier en pees op thoracaal niveau

Lésion traumatique des muscles et des tendons au niveau du cou
letsel van spier en pees op cervicaal niveau

tendon du muscle fléchisseur | tendon fléchisseur
buigpees | flexorpees

boutonnière des tendons du muscle fléchisseur commun superficiel des doigts
hiatus tendineus

tendon du muscle psoas
pees van psoasspier

tendon du muscle cubital antérieur
pees van musculus flexor carpi ulnaris

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Tout autre facteur de croissance ou modulateur de facteur(s) de croissance influençant le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation protéique, la vascularisation, l'utilisation de l'énergie, la capacité régénératrice ou le changement du type de fibre.
Eender welke groeifactor of groeifactormodulator die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype.

viii) tout autre facteur de croissance ou modulateur de facteur(s) de croissance influençant le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation protéique, la vascularisation, l'utilisation de l'énergie, la capacité régénératrice ou le changement du type de fibre.
viii) alsook eender welke groeifactor die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype.

k) facteur de croissance endothélial vasculaire (VEGF), ainsi que tout autre facteur de croissance influençant, dans le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation protéique, la vascularisation, l'utilisation de l'énergie, la capacité régénératrice ou le changement du type de fibre.
k) vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF) alsook eender welke groeifactor die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype.

Ce domaine regroupe également l'anatomie de la peau en termes de localisation des vaisseaux sanguins, nerfs, muscles/tendons, points de référence du squelette, de drainage lymphatique, de localisations sujettes à complications lors d'interventions, de sens d'incision, et d'importance des entités cosmétiques du visage; o Génétique clinique connue du médecin de base et application de celle-ci aux génodermatoses; o Epidémiologie clinique en relation avec les affections cutanées; o Fonctionnement et dysfonctionnement du système immunitaire avec un accent particulier sur ses conséquences pour les affections cutanées.
Hieronder valt ook de anatomie van de huid in termen van locatie van bloedvaten, zenuwen, spieren/pezen, skeletreferentiepunten, lymfedrainage, locaties bevattelijk voor complicaties bij ingrepen, richting van insnijden, en het belang van de cosmetische eenheden van het gelaat; o klinische genetica zoals gekend door de basisarts en de toepassing op genodermatosen; o klinische epidemiologie in verhouding tot huidziekten; o de functie en dysfunctie van het immuunsysteem met bijzondere nadruk op de gevolgen voor de huidziekten.

Facteurs de croissance additionnels interdits: f) facteur de croissance fibroblastiques (FGFs); g) facteur de croissance des hépatocytes (HGF); h) facteur de croissance analogue à l'insuline-1 (IGF-1) et ses analogues; i) facteurs de croissance mécaniques (MGFs); j) facteur de croissance dérivé des plaquettes (PDGF); k) facteur de croissance dérivé des plaquettes (VEGF) ; ainsi que tout autre facteur de croissance influençant dans le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation protéique, la vascularisation, l'utilisation de l'énergie, la capacité régénératrice ou le changement du type de fibre.
Bijkomende verboden groeifactoren : f) fibroblastgroeifactoren (FGF's); g) hepatocytgroeifactor (HGF); h) insulineachtige groeifactor-1 (IGF-1) en zijn analogen; i) mechanogroeifactoren (MGF's); j) plaatjes afgeleide groeifactor (PDGF); k) vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF); alsook eender welke groeifactor die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype.

2° hormones peptidiques, facteurs de croissance, substances apparentées et mimétiques : les substances qui suivent, et les autres substances possédant une structure chimique similaire ou des effets biologiques similaires : a) Agonistes du récepteur de l'érythropoïétine : 1) agents stimulants de l'érythropoïèse (ESA) par ex. darbépoétine (dEPO); érythropoïétines (EPO); EPO-Fc; peptides mimétiques de l'EPO (EMP), par ex. CNTO 530 et péginesatide et méthoxy polyéthylène glycol-époétine bêta (CERA) ; 2) Agonistes non-érythropoïétiques du récepteur de l'EPO, par ex. ARA-290, asialo-EPO et EPO carbamylée ; b) Stabilisateurs de facteurs inductibles par l'hypoxie (HIF), par ex. cobalt et FG-4592; et activateurs du HIF par ex. argon, xénon ; c) gonadotrophine chorionique (CG) et hormone lutéinisante (LH) et leurs facteurs de libération, par ex. buséréline, gonadoréline et leuproréline, interdites chez le sportif de sexe masculin seulement ; d) corticotrophines et leurs facteurs de libération par ex. corticoréline ; e) hormone de croissance (GH) et ses facteurs de libération incluant l'hormone de libération de l'hormone de croissance (GHRH) et ses analogues, par ex. CJC-1295, sermoréline et tésamoréline; sécrétagogues de l'hormone de croissance (GHS), par ex. ghréline et mimétiques de la ghréline, par ex. anamoréline et ipamoréline; et peptides libérateurs de l'hormone de croissance (GHRP), par ex. alexamoréline, GHRP-6, hexaréline et pralmoréline (GHRP-2) ; A cela s'ajoutent les facteurs de croissance suivants : f) facteurs de croissance fibroblastiques (FGF) ; g) facteur de croissance des hépatocytes (HGF) ; h) facteur de croissance analogue à l'insuline-1 (IGF-1) et ses analogues ; i) facteurs de croissance mécaniques (MGF) ; j) facteur de croissance dérivé des plaquettes (PDGF) ; k) facteur de croissance endothélial vasculaire (VEGF), ainsi que tout autre facteur de croissance influençant, dans le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation ...
2° peptidehormonen, groeifactoren, aanverwante stoffen en mimetica : de volgende stoffen en andere stoffen met een vergelijkbare scheikundige structuur of een vergelijkbare biologische werking : a) Erytropoëtine-receptoragonisten : 1) erytropoësestimulerende agentia (ESA's) met daarbij bv. darbepoëtine (dEPO), erytropoëtines (EPO), EPO-Fc, EPO-mimetische peptides (EMP), bv. CNTO 530 en peginesatide en methoxy polyethyleen glycol-epoëtine beta (CERA); 2) Non-erytropoëtische EPO-receptoragonisten, bv. ARA-290, asialo EPO en gecarbamyleerd EPO; b) hypoxie-induceerbare factor (HIF) stabilisatoren, bv. kobalt en FG-4592; en HIF-activatoren, bv. argon, xenon; c) choriongonadotrofine (CG) en luteïniserend hormoon (LH) en hun releasing factors, bv. busereline, gonadoreline en leuproreline, enkel bij mannelijke sporters; d) corticotrofines en hun releasing factors, bv. corticoreline; e) groeihormoon (GH) en zijn releasing factors met inbegrip van groeihormoon releasing hormoon (GHRH) en zijn analogen, bv. CJC-1295, sermoreline en tesamoreline; groeihormoon secretagogen (GHS), bv. ghreline en ghrelinemimetica, bv. anamoreline en ipamoreline; en GH-releasing peptides (GHRP's), bv. alexamoreline, GHRP-6, hexareline en pralmoreline (GHRP-2); Daarenboven de volgende groeifactoren : f) fibroblastgroeifactoren (FGF's); g) hepatocytgroeifactor (HGF); h) insulineachtige groeifactor-1 (IGF-1) en zijn analogen; i) mechanogroeifactoren (MGF's); j) plaatjes afgeleide groeifactor (PDGF); k) vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF) alsook eender welke groeifactor die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype.

i) facteur de croissance endothélial vasculaire (VEGF), ainsi que tout autre facteur de croissance influençant, dans le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation protéique, la vascularisation, l'utilisation de l'énergie, la capacité régénératrice ou le changement du type de fibre;
i) vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF) alsook eender welke groeifactor die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype;

j) facteur de croissance endothélial vasculaire (VEGF), ainsi que tout autre facteur de croissance influençant, dans le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation protéique, la vascularisation, l'utilisation de l'énergie, la capacité régénératrice ou le changement du type de fibre.
j) vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF) alsook eender welke groeifactor die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype.

Aux paragraphes 2 et 3 de l'article 5, la Commission propose de considérer qu'une méthode de piégeage pour la capture et pour la mise à mort est sans cruauté même si un animal sur cinq présente des indicateurs comme une fracture, une section d'un tendon ou d'un ligament, une abrasion périostale grave, une hémorragie externe grave ou une hémorragie dans une cavité interne, une dégénérescence grave de muscles locomoteurs, une lésion oculaire, une lésion de la moelle épinière, une amputation ou la mort.
In de leden 2 en 3 van artikel 5 stelt de Commissie voor dat levende vallen en letale vallen zelfs dan als "humane" vangmethoden kunnen worden aangemerkt wanneer 20% van de gevangen dieren de volgende indicatorverschijnselen vertoont: breuken, doorsnijding van pezen of gewrichtsbanden, ernstige beenvliesabrasie, ernstige externe en interne bloedingen, degeneratie van skeletale spieren, oogletsels, ruggenmergletsels, amputatie en dood.

Les tissus oculaires (cornée et sclérotique), les tissus musculosqueletiques (os, cartilage, tissu osteochondral, tendon, ligament et fascia, ménisque, muscle lisse et muscle strié), les tissus cardio-vasculaires (valve cardiaque, les vaisseaux - artères et veines, myoblaste), la peau, les chaînes ostéotympaniques, les tissus hépatiques, les tissus neurologiques, les tissus endocriniens, les tissus dentaires, les cellules hématopoïétiques souches (moelle osseuse et sang périphérique) et les tissus d'origine foetale (placenta, cordon et sang du cordon), les cellules souches mésenchymateuses et les cellules souches embryonnaires.
Oculaire weefsels (hoornvlies en sclera), musculoskeletale weefsels (bot, kraakbeen, osteochondraal weefsel, pees, ligament en fascia, meniscus, gladde spier en dwarsgestreepte spier), cardiovasculaire weefsels (hartklep, vaten - slagaders en aders, myoblast), huid, tympano-ossiculaire greffes, leverweefsels, neurologische weefsels, endocriene weefsels, tandweefsels, hematopoïetische cellen en stamcellen (beenmerg en perifeer bloed) en weefsels van foetale oorsprong (placenta, navelstreng en navelstrengbloed), mesenchymale stamcellen en embryonale stamcellen.