Les étapes qui composent le cadre méthodologique comparatif ont été décrites à l’annexe III de la directive 2010/31/UE et comprennent la définition des bâtiments de référence, la définition des mesures écoénergétiques à appliquer à ces bâtiments de référence, l’évaluation de la demande d’énergie primaire correspondant à ces mesures et le calcul des coûts (c’est-à-dire la valeur actualisée nette) de ces mesures.
De stappen waaruit het vergelijkend methodologisch kader bestaat zijn uiteengezet in bijlage III van Richtlijn 2010/31/EU en omvatten het vaststellen van referentiegebouwen, de definitie van energie-efficiëntiemaatregelen die op deze referentiegebouwen moeten worden toegepast, de beoordeling van de behoefte aan primaire energie van deze maatregelen en de berekening van de kosten (d.w.z. de netto contante waarde) van deze maatregelen.