« Art. 5. Pour les infractions commises dans l'exercice de ses fonctions par un membre ou un ancien membre de gouvernement de communauté ou de région, le conseil compétent est delui devant lequel l'intéressé a ou avait à rendre compte politiquement de l'exercice de ses fonctions».
« Art. 5. Voor de misdrijven die een lid of een gewezen lid van een gemeenschaps- of gewestregering heeft gepleegd tijdens de uitoefening van zijn ambt, is de bevoegde raad die waaraan de betrokkene politiek verantwoordelijk is of was voor de uitoefening van zijn ambt».