L'alinéa 3 nouveau de l'article 24 du titre préliminaire du Code de procédure pénale, tel qu'il a été modifié par l'article 7 de la loi attaquée, dispose que, dans la phase du règlement de la procédure, la prescription de l'action publique est suspendue dans l'hypothèse où une demande de devoirs d'instruction complémentaires est introduite par un inculpé ou une partie civile conformément aux articles 61quinquies et 127, § 3, du Code d'instruction criminelle, entre la date d'envoi aux parties de l'avis de fixation de la première audience du règlement de la procédure de la chambre du conseil et cette audience.
H
et nieuwe derde lid van artikel 24 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd bij artikel 7 van de bestreden wet, bepaalt dat de verjaring van de strafvordering, in de fase van de regeling van de rechtspleging, wordt geschorst in het geval waarin een verzoek om bijkomende onderzoeksverrichtingen door een inverdenkinggestelde of een burgerlijke partij wordt ingediend overeenkomstig de artikelen 61quinquies en 127, § 3, van het Wetboek van strafvordering, tussen de datum waarop het bericht waarbij de eerste zitting betreffende de regeling van de rechtspleging van de raadkamer wordt vastgesteld, naar de partijen wordt verstuu
...[+++]rd en die zitting.