Il ressort des motifs de la décision de renvoi et du libellé de la question préjudicielle que la Cour est invitée à statuer sur la compatibilité de l'article 343, § 1 , b), du Code civil avec les articles 10, 11, 22 et 22bis de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 21 de la Convention relative aux droits de l'enfant, en ce que,
en exigeant que la demande en adoption soit introduite durant la vie en commun, cette disposition législative empêche l'homme qui, de façon permanente et affective, a vécu plus de trois ans avec la mère adoptive d'un enfant et avec
...[+++]celui-ci, sans être l'époux ou le cohabitant légal de cette femme, de demander l'adoption simple de cet enfant en qualité de cohabitant.Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing en uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 343, § 1, b), van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voo
r de rechten van de mens en met artikel 21 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre die wetsbepaling, door te vereisen
dat het verzoek tot adoptie moet worden ingedie ...[+++]nd tijdens het samenleven, de man die meer dan drie jaar op permanente en affectieve wijze heeft samengeleefd met de adoptiemoeder van een kind en met dat kind, zonder de echtgenoot of de wettelijk samenwonende van die vrouw te zijn, verhindert om als samenwonende om de gewone adoptie van dat kind te verzoeken.