Ainsi, outre que la portée de certaines dispositions n'est pas claire et que l'on se demande comment ces différentes dispositions pourront se concilier (2), elles risquent d'aboutir, dans un nombre de surcroît non négligeable de cas, à rendre impossible le respect, par le Conseil d'Etat, du délai de six mois à dater de sa saisine qui lui est imparti pour statuer par l'article 15ter, § 1, de la loi du 4 juillet 1989, tel que modifié par la loi du 17 février 2005.
Aldus bestaat het gevaar dat een aantal bepalingen, los van het feit dat de strekking ervan niet duidelijk is en de vraag rijst hoe die verschillende bepalingen zich met elkaar zullen verdragen (2), het de Raad van State, in een overigens niet te verwaarlozen aantal gevallen, onmogelijk zullen maken de termijn van zes maanden vanaf de aanhangigmaking, in acht te nemen, die hem bij artikel 15ter, § 1, van de wet van 4 juli 1989, zoals gewijzigd bij de wet van 17 februari 2005, wordt toegekend om een uitspraak te doen.