« Les articles 229, § 1, et 301, § 2, du Code civil, 1254, § 5, du Code judiciaire tels qu'ils résultent des articles 2, 7 et 22 de la loi du 27 avril 2007 réformant le divorce ainsi que l'article 42, § 2, de la même loi violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils empêchent, même en cas de faute de la partie ayant obtenu le divorce, la partie intro
duisant une demande reconventionnelle après le 1 septembre 2007 de faire obstacle aux effets alimentaires d'une action principale en divorce introduite avant cette date et déclarée fondée postérieurement sur la base des anciens articles 229 et 231 du Code civil,
alors que ...[+++]la partie demanderesse au principal bénéficie quant à elle d'une application de l'ancien article 301 du Code civil par l'effet d'un jugement prononcé après l'entrée en vigueur de la loi qui en modifie les conditions d'application ?« Schenden de artikelen 229, § 1, en 301, §
2, van het Burgerlijk Wetboek, 1254, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals ze voortvloeien uit de artikelen 2, 7 en 22 van de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding, alsmede artikel 42, § 2, van dezelfde wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij, zelfs in geval van fout van de partij die de echtscheiding heeft verkregen, de partij die een tegenvordering heeft ingesteld na 1 september 2007 verhinderen zich te verzetten tegen de gevolgen inzake uitkering tot levensonderhoud van een hoofdvordering tot echtscheiding die werd ingesteld vóór die datum
...[+++]en die nadien gegrond werd verklaard op grond van de oude artikelen 229 en 231 van het Burgerlijk Wetboek, terwijl de hoofdeiser zijnerzijds de toepassing van het oude artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek geniet door de werking van een vonnis dat werd uitgesproken na de inwerkingtreding van de wet die de toepassingsvoorwaarden ervan wijzigt ?