Art. 16. § 1. Le Ministre
peut accorder, à la demande du bénéficiaire, une dérogation quant au remploi conformément à l'article 16, § 2, du dé
cret qui peut être, dans les limites du territoire régional : 1° l'autorisation de reconstruire ou de construire sur une autre assiette que celle du bien détruit, notamment lorsque le bien est situé en zone d'aléa d'inondation; 2° l'autorisation d'aménager un autre
bien appartenant au bénéficiaire; 3° l'autorisation ...[+++] de créer un bien nouveau comportant une affectation différente de celle du bien endommagé; 4° l'autorisation d'acquérir un immeuble de remplacement; 5° les cas où le remploi est impossible.Art. 16. § 1. De Minister kan op verzoek van de begunstigde inzake die wederbelegging overeenkomstig artikel 16, § 2, van het decreet een afwijking toestaan die binnen de grenzen van het gewestelijk grondgebied overeen kan stemmen met : 1° de machtiging om herop te bouwen
of te bouwen op een andere funderingsgrondslag dan die van het vernietigde goed wanneer dit in een gebied met overstromingsgevaar gelegen is; 2° de machtiging om een ander goed, eigendom van de begunstigde, in te richten; 3° de machtiging om een nieuw goed op te bouwen, met een bestemming die verschillend is van de bestemming van het beschadigde goed; 4° de machtig
...[+++]ing om een vervangend onroerend goed aan te kopen; 5° de gevallen waarin de wederbelegging onmogelijk is.