Le juge a quo demande à la Cour si l'article 10 précité viole les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'un revenu est porté en compte, pour détermine
r les ressources du demandeur, lorsque celui-ci et/ou les personnes avec qui il partage la même résidence principale ont cédé, à titre gratuit ou à titre onéreux, des biens mobiliers ou immobiliers à partir de la période de dix ans qui, selon le cas, précède l'âge visé à l'article 3 ou à l'article 17 de la loi, alors que dans d'autres régimes d'aide sociale, tels que celui contenu à l'article 28 de l'arrêté royal du 11
...[+++]juillet 2002 portant règlement général en matière de droit à l'intégration sociale, il est tenu compte des dix années précédant la date à laquelle la demande du revenu d'intégration produit ses effets.De verwijzende rechter vraagt het Hof of het voormelde artikel 10 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat het bij het in aanmerking nemen van de bestaansmiddelen van
de aanvrager rekening houdt met de inkomsten verkregen uit de verkoop of de afstand om niet, door de aanvrager en/of de personen met wie hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt, van roerende of onroerende goederen, in de periode van tien jaar die, naar gelang van het geval, aan de in artikel 3 of in artikel 17 van de wet bedoelde leeftijd voorafgaat, terwijl in andere sociale bijstandsregelingen, zoals artikel 28 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houd
...[+++]ende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie, een termijn van tien jaar in aanmerking wordt genomen die voorafgaat aan de datum waarop de aanvraag tot het verkrijgen van een leefloon uitwerking heeft.