Lorsqu'au terme de la période de transition visée à l'article 30, les arrangements concernant les procédures communes de certification et la reconnaissance mutuelle des certificats de sécurité sont établis, les autorités nationales de sécurité des États membres qui possèdent un réseau isolé peuvent continuer à octroyer des certificats de sécurité, et le demandeur peut choisir de demander un certificat de sécurité soit à l'Agence, soit aux autorités nationales de sécurité pertinentes, après la fin de la période de transition visée à l'article 30.
Indien er voor het verstrijken van de overgangsperiode van artikel 30 regelingen zijn getroffen voor gemeenschappelijke certificatieprocedures en wederzijdse erkenning van veiligheidscertificaten, mogen de nationale veiligheidsinstanties van de lidstaten met geïsoleerde netten veiligheidscertificaten blijven afgeven en kan de aanvrager kiezen of hij zijn veiligheidscertificaat wil aanvragen bij het Bureau of bij de relevante nationale veiligheidsinstanties na het verstrijken van de overgangsperiode bedoeld in artikel 30.