41. demeure sceptique quant à l'annonce d'un instrument législatif visant à contraindre les pays tiers à ouvrir leurs marchés publics, notamment s'il s'agit d'économies émergentes; considère que des mesures de rétorsion contre de tels pays, qui n'ont pas ouvert leurs marchés publics à l'Union, seraient un message politique inapproprié au moment présent de la crise économique mondiale, à moins de faire partie d'un cadre plus large de politique industrielle coordonnée de l'Union et d'une révision de la doctrine du libre-échange;
41. staat sceptisch tegenover de aankondiging van een wetgevingsinstrument voor het openbreken van de markten voor overheidsopdrachten in derde landen en met name opkomende economieën; beschouwt retorsiemaatregelen tegen landen die hun markt voor overheidsaanbestedingen niet hebben opengesteld voor de EU, in de huidige context van de wereldwijde economische crisis als een ongepaste politieke boodschap indien deze maatregelen geen deel uitmaken van het bredere kader van een gecoördineerd EU‑industriebeleid gekoppeld aan een heroverweging van het vrijhandelsparadigma;