en cas de décès d'un ancien fonctionnaire ayant cessé ses fonctions avant l'âge de la retraite et demandé que la jouissance de sa pension soit différée jusqu'au premier jour du mois civil suivant celui au cours duquel il aurait atteint l'âge de la retraite, le montant de la pension d'ancienneté à laquelle l'intéressé, demeuré en vie, aurait eu droit à l'âge de la retraite, ce montant étant augmenté et diminué des éléments visés au point b)";
in geval van overlijden van een gewezen ambtenaar die zijn dienst vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd heeft beëindigd en verzocht heeft in het genot te worden gesteld van een tot de eerste dag van de kalendermaand, volgende op die waarin hij de pensioengerechtigde leeftijd zou hebben bereikt, uitgesteld ouderdomspensioen, het bedrag van het ouderdomspensioen waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven op de pensioengerechtigde leeftijd recht zou hebben gehad, vermeerderd en verminderd overeenkomstig het bepaalde onder b)";