Traduction de «demeurer mobilisés afin » (Français → Néerlandais) :

reconnaît la contribution essentielle apportée par la facilité de soutien à la paix pour l'Afrique à l'élaboration du partenariat triangulaire entre les Nations unies, l'Union européenne et l'Union africaine; estime que cette facilité est à la fois un point de départ et un levier potentiel pour l'établissement d'un partenariat plus étroit entre l'Union européenne et l'Union africaine et s'est avérée indispensable en permettant à l'Union africaine et, par son intermédiaire, aux huit communautés économiques régionales (CER), de planifier et de gérer leurs opérations; considère que les institutions de l'Union européenne et les États membres doivent absolument demeurer mobilisés afin que cette facilité soit pleinement exploitée et qu'il est primordial que l'Union africaine utilise ces fonds de manière plus efficace et transparente; estime que la facilité de soutien à la paix pour l'Afrique devrait se concentrer sur un soutien structurel plutôt que sur le financement des soldes des forces africaines; reconnaît que d'autres mécanismes de financement existent et sont utilisés, mais considère que la facilité de soutien à la paix pour l'Afrique revêt une importance considérable pour ce qui est des OSP en Afrique en raison de l'accent particulier qu'elle met sur ce continent et des objectifs clairs qu'elle poursuit; estime que les organisations de la société civile actives en faveur de l'instauration de la paix en Afrique devraient avoir la possibilité de donner leur avis dans le cadre d'un engagement plus stratégique avec les organisations de la société civile en matière de paix et de sécurité; demeure préoccupé par les problèmes récurrents de financement et de volonté politique rencontrés dans les pays africains; soutient les conclusions du Conseil du 24 septembre 2012, aux termes desquelles il convient «d'envisager d'autres formes de financement de la facilité de soutien à la paix pour l'Afrique que le financement par le Fonds européen de développement».
erkent dat de Vredesfaciliteit voor Afrika een essentiële bijdrage levert aan de ontwikkeling van het trilaterale partnerschap tussen de VN, de EU en de AU; meent dat deze Vredesfaciliteit zowel een startpunt als een mogelijke hefboom is voor een sterker partnerschap tussen de EU en de AU, en onmisbaar is gebleken voor de Afrikaanse Unie en, via de AU, voor de acht regionale economische gemeenschappen, om hun operaties te plannen en te leiden; acht het van vitaal belang dat de EU-instellingen en de lidstaten nauw betrokken blijven bij de Faciliteit, zodat deze optimaal wordt ingezet, en dat de AU niet alleen doeltreffender gebruikt maakt van de middelen van de Faciliteit, maar daarbij ook meer transparantie aan de dag legt; is van mening dat de Vredesfaciliteit voor Afrika zich moet concentreren op structurele ondersteuning, in plaats van op het betalen van de soldij van Afrikaanse strijdkrachten; erkent dat er andere financieringsmechanismen beschikbaar zijn, maar meent dat de Faciliteit gezien haar focus op Afrika en haar duidelijke doelstellingen van bijzonder belang is voor de PSO's in Afrika; meent dat organisaties uit het maatschappelijk middenveld die zich bezighouden met vredesopbouw in Afrika inspraak moeten krijgen, in het kader van een meer strategische samenwerking met deze organisaties op het gebied van vrede en veiligheid; blijft zich zorgen maken over de voortdurende financieringsproblemen van de Afrikaanse landen en over het gebrek aan politieke bereidheid van hun kant; wijst op de conclusies van de Raad van 24 september 2012, waarin wordt gesteld dat moet worden nagedacht over andere financieringsvormen voor de Vredesfaciliteit voor Afrika dan het EOF.

13. déplore que le niveau des investissements destinés au développement et à la maintenance de l'infrastructure ferroviaire demeure largement insuffisant dans de nombreux États membres et que, dans plusieurs cas, la qualité de l'infrastructure existante se détériore; demande instamment aux États membres de mobiliser les ressources nécessaires afin de garantir l'élaboration de nouveaux projets dans le secteur du transport ferroviaire et la bonne maintenance de l'infrastructure existante;
13. betreurt het dat het peil van de investeringen in de ontwikkeling en het onderhoud van de spoorinfrastructuur in veel lidstaten zeer ontoereikend is en dat de kwaliteit van de bestaande infrastructuur in diverse gevallen achteruit gaat; dringt er bij de lidstaten op aan de nodige middelen vrij te maken om te zorgen dat nieuwe spoorwegprojecten ontwikkeld worden en de bestaande infrastructuur naar behoren wordt onderhouden;

13. déplore que le niveau des investissements destinés au développement et à la maintenance de l’infrastructure ferroviaire demeure largement insuffisant dans de nombreux États membres et que, dans plusieurs cas, la qualité de l'infrastructure existante se détériore; demande instamment aux États membres de mobiliser les ressources nécessaires afin de garantir l'élaboration de nouveaux projets dans le secteur du transport ferroviaire et la bonne maintenance de l’infrastructure existante;
13. betreurt het dat het peil van de investeringen in de ontwikkeling en het onderhoud van de spoorinfrastructuur in veel lidstaten zeer ontoereikend is en dat de kwaliteit van de bestaande infrastructuur in diverse gevallen achteruit gaat; dringt er bij de lidstaten op aan de nodige middelen vrij te maken om te zorgen dat nieuwe spoorwegprojecten ontwikkeld worden en de bestaande infrastructuur naar behoren wordt onderhouden;

40. accueille favorablement les propositions de la Commission et invite les États membres à adopter les nouvelles dispositions des règlements sur le Fonds social européen, le Fonds européen d'ajustement à la mondialisation et le Fonds européen de développement régional, notamment la simplification des procédures et l'extension des coûts éligibles pour contribuer encore plus efficacement à la réalisation des objectifs en matière d'emploi et d'insertion sociale, et estime qu'il convient de continuer à soutenir l'emploi dans les secteurs clés de l'économie et à veiller à ce que, lorsqu'une aide de ce type est fournie, le renforcement de la cohésion sociale et territoriale demeure une priorité, afin d'éviter des inégalités dans le développement au sein de l'Union; souhaite que les crédits destinés au soutien de l'emploi soient mobilisés plus rapidement et que les programmes de soutien de l'Union, y compris les programmes visant à garantir des conditions de vie décentes et l'accès à des services d'intérêt général de grande qualité, soient orientés en faveur des catégories les plus vulnérables;
40. verwelkomt de voorstellen van de Commissie en verzoekt de lidstaten de verordeningen inzake het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling aan te passen, onder meer door het vereenvoudigen van en uitbreiden van de subsidiabele kosten, om op nog efficiëntere wijze de doelstellingen op het gebied van werkgelegenheid en sociale integratie te kunnen bereiken, waarbij steun moet blijven worden gegeven aan de werkgelegenheid in sleutelsectoren van de economie en ervoor moet worden gezorgd dat bij het verstrekken van dergelijke steun de sociale en territoriale cohesie een prioriteit blijft, opdat scheefgroei binnen de Europese Unie wordt vermeden; wenst dat de financiële middelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid versneld ter beschikking worden gesteld en dat er EU-steunprogramma's worden opgezet, gericht op de ondersteuning van de meest kwetsbare groeperingen in de samenleving, met inbegrip van programma's voor het verzekeren van aanvaardbare levensomstandigheden en toegang tot hoogwaardige diensten van algemeen belang;

37. regrette que la visibilité de la stratégie de Lisbonne demeure faible dans les politiques nationales de nombreux États membres; estime que la mobilisation de tous les acteurs économiques est essentielle afin de garantir sa mise en œuvre effective; considère en particulier qu'une participation accrue des partenaires sociaux, des parlements nationaux, des collectivités régionales et locales ainsi que de la société civile améliorera les résultats de la stratégie de Lisbonne et renforcera le débat public sur des réformes appropriées; soutient la proposition de la Commission à l'intention des États membres, invitant ceux-ci à approfondir la collaboration avec les parlements nationaux et régionaux tout en assurant l'organisation de débats annuels sur la mise en œuvre de leurs PNR;
37. betreurt het dat de Lissabonstrategie in het nationale beleid van veel lidstaten nog steeds weinig zichtbaar is; is van mening dat de mobilisatie van alle economische belanghebbenden essentieel is om te zorgen voor de effectieve invoering ervan; is er vooral van overtuigd dat een grotere betrokkenheid van de sociale partners, nationale parlementen, regionale en lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld de resultaten van de Lissabonstrategie zullen verbeteren en het publieke debat over gepaste hervormingen zal vergroten; steunt het voorstel van de Commissie aan de lidstaten om de samenwerking met nationale en regionale parlementen te verdiepen en daarbij te zorgen voor jaarlijkse debatten over de invoering van hun NHP's;

37. regrette que la visibilité de la stratégie de Lisbonne demeure faible dans les politiques nationales de nombreux États membres; estime que la mobilisation de tous les acteurs économiques est essentielle afin de garantir sa mise en œuvre effective; considère en particulier qu'une participation accrue des partenaires sociaux, des parlements nationaux, des collectivités régionales et locales ainsi que de la société civile améliorera les résultats de la stratégie de Lisbonne et confortera le débat public sur des réformes appropriées; soutient la proposition de la Commission à l'intention des États membres, invitant ceux-ci à approfondir la collaboration avec les parlements nationaux et régionaux tout en assurant l'organisation de débats annuels sur la mise en œuvre de leurs PNR;
37. betreurt het dat de Lissabonstrategie in het nationale beleid van veel lidstaten nog steeds weinig zichtbaar is; is van mening dat de mobilisatie van alle economische stakeholders essentieel is om te zorgen voor de effectieve invoering ervan; is er vooral van overtuigd dat een grotere betrokkenheid van de sociale partners, nationale parlementen, regionale en lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld de resultaten van de Lissabonstrategie zullen verbeteren en het publieke debat over gepaste hervormingen zal vergroten; steunt het voorstel van de Commissie aan de lidstaten om de samenwerking met nationale en regionale parlementen te verdiepen en jaarlijkse debatten te voeren over de invoering van hun NHP’s;

Outre le personnel qui est affecté à temps-plein au suivi des enregistrements, aux vérifications et aux mises en demeure de procéder à l'enlèvement des appareils, six inspecteurs nucléaires ont été mobilisés pendant plusieurs semaines afin d'effectuer les inspections sur place.
Naast het personeelslid dat full-time belast is met de opvolging van de registraties, verificaties en aanmaningen tot verwijdering, werden zes nucleaire inspecteurs gedurende een aantal weken ingezet voor het uitvoeren van de inspecties ter plaatse.