considérant que l'application des critères de pureté généraux fixés à l'annexe III section A paragraphe 1 alinéa a) de la directive du 23 octobre 1962 rencontre, en ce qui concerne la teneur en plomb, de sérieuses difficultés dans certains États membres ; qu'il convient par conséquent de permettre aux États membres d'autoriser que les matières colorantes ne correspondant pas à ces critères soient employées dans les denrées alimentaires jusqu'au 31 décembre 1966;
Overwegende dat de toepassing van de in bijlage III , sub A , 1 , a ) , van de richtlijn van 23 oktober 1962 vastgestelde algemene zuiverheidseisen , wat het loodgehalte betreft , in bepaalde Lid-Staten op ernstige moeilijkheden stuit ; dat bijgevolg aan de Lid-Staten de mogelijkheid dient te worden geboden om machtiging te verlenen dat tot en met 31 december 1966 de kleurstoffen die niet aan deze zuiverheidseisen voldoen , in levensmiddelen worden gebruikt ;