6. note avec inquiétude que, comme dans ses précédents rapports, la Cour des comptes a souligné la nécessité de mettre en place un système de rémunération des services fournis par les autorités des États membres, fondé sur les coûts réellement supportés par ces dernières; déplore qu'aucun progrès n'ait été réal
isé dans ce domaine depuis 2009, date à laquelle un nouveau système de paiement avait été présenté au conseil d'administration sans toutefois qu'un accord ne soit dégagé; fait remarquer que l'Agence présentera une nouvelle proposition de nouveau système de paiement au conseil d'administration en mars 2013; r
...[+++]econnaît les efforts réalisés par la direction de l'Agence afin d'encourager le conseil d'administration à prendre une décision pour revoir le système de rémunération des services fournis par les États membres en se basant sur des coûts réels; est pleinement conscient que la lenteur des progrès réalisés est due à l'absence de décision de la part du conseil d'administration; se félicite par conséquent que l'administration de l'Agence ait pris l'initiative de demander davantage de soutien de la Commission à cet égard; invite instamment l'Agence à informer l'autorité de décharge de l'évolution de ce dossier, notamment de l'état d'avancement du nouveau plan d'action et de l'avis du conseil d'administration sur le sujet6. constateert met bezorgdheid dat de Rekenkamer evenals in eerdere verslagen de noodzaak vaststelde om een systeem van vergoedingen in te voeren voor door autoriteiten van de lidstaten verleende diensten op basis van hun reële kosten; bet
reurt het dat sinds 2009 geen vooruitgang op dit punt is geboekt, toen een voorstel voor een nieuw betalingssysteem aan de raad van bestuur werd voorgelegd, maar geen overeenstemming werd
bereikt; neemt ter kennis dat het Bureau in maart 2013 een nieuw voorstel voor een nieuw betalingssysteem aan d
...[+++]e raad van bestuur zal voorleggen; erkent de inspanningen op uitvoerend niveau van het agentschap om de raad van bestuur aan te moedigen een besluit te nemen om het systeem voor de vergoeding van door de lidstaten verleende diensten te herzien op basis van de reële kosten; is zich ten volle bewust van het feit dat de geringe vooruitgang te wijten is aan de raad van bestuur die geen enkel besluit neemt; is daarom ingenomen met de aanpak van de administratie van het agentschap om de Commissie te verzoeken om verdere bijstand ter zake; dringt er bij het Bureau op aan de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen op dit punt, onder meer over de stand van zaken bij het nieuwe actieplan en het standpunt van de raad van bestuur dienaangaande;