Aux termes de ladite directive, il est précisé qu'à compter de l'année 2002 et ce, pour une période indéterminée, la période de l'heure d'été, qui est la période de l'année pendant laquelle l'heure est avancée de soixante minutes par rapport à l'heure du reste de l'année, débutera le dernier dimanche du mois de mars, à 1 heure du matin, temps universel (2 heures, heure locale) et se terminera le dernier dimanche du mois d'octobre, à 1 heure du matin, temps universel (3 heures, heure locale).
Krachtens deze richtlijn wordt er verduidelijkt dat de periode van het zomeruur, namelijk de periode van het jaar waarin het uur vooruitgezet wordt met zestig minuten ten opzichte van het uur van de rest van het jaar, vanaf het jaar 2002 en voor een onbepaalde periode, zal beginnen op de laatste zondag van de maand maart, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (2 uur, plaatselijke tijd) en zal eindigen op de laatste zondag van de maand oktober, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (3 uur, plaatselijke tijd).