Le requérant dans l'affaire n 2492 fait encore grief à l'article XII. VII. 29, dernier alinéa, confirmé de l'arrêté royal du 30 mars 2001, combiné avec l'article XII. VI. 9 confirmé du même arrêté, de permettre aux adjudants de gendarmerie, commandants de brigade, disposant d'un diplôme d'études secondaires de concourir pour les emplois ouverts de commissaire de police tandis qu'un inspecteur judiciaire 2C qui peut se prévaloir d'un diplôme de l'enseignement supérieur de type court est inséré dans le cadre moyen, sans possibilité directe de concourir aux emplois ouverts d'officier.
De verzoeker in de zaak nr. 2492 verwijt het bekrachtigde artikel XII. VII. 29, laatste lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001, in samenhang gelezen met het bekrachtigde artikel XII. VI. 9 van hetzelfde besluit, bovendien dat het de adjudanten bij de rijkswacht, brigadecommandanten, die een diploma van secundair onderwijs hebben, toestaat mee te dingen naar de openstaande betrekkingen van commissaris van politie, terwijl een gerechtelijke inspecteur 2C die een diploma van hoger onderwijs van het korte type kan doen gelden, wordt opgenomen in het middenkader, zonder rechtstreekse mogelijkheid om mee te dingen naar de openstaande betrekkingen van officier.