Lorsque l'autorisation d'accès et la décision de prise en charge de l'organe compétent de l'autre partie sont fondées sur les conditions prévues à l'article 3, alinéa 1, 1° et 2° b), les interventions font l'objet d'un remboursement de l'organe compétent de la partie dont relève la personne handicapée, à condition que ce dernier ait marqué son accord conformément à l'article 4, alinéa 2.
Als de bevoegde instantie van de andere partij toegang heeft verleend en een geldelijke verbintenis heeft aangegaan op grond van de voorwaarden genoemd in artikel 3, eerste lid, 1° en 2° b), worden de tegemoetkomingen terugbetaald door de bevoegde instantie van de partij onder wiens bevoegdheid de persoon met een handicap valt op voorwaarde dat deze laatste haar instemming verleend heeft overeenkomstig artikel 4, tweede lid.