Le législateur, en prévoyant la compétence exceptionnelle du juge d'instruction afin d'éviter que des mesures indispensables et urgentes ne puissent être prises à l'égard de jeunes en raison de l'absence du juge de la jeunesse normalement compétent, a aussi imposé la saisine rapide de ce dernier, pour que l'intervention du juge d'instruction soit limitée à ce qui est strictement nécessaire, et que le dossier concernant le jeune revienne, le plus rapidement possible, devant le juge de la jeunesse.
Door te voorzien in de uitzonderlijke bevoegdheid van de onderzoeksrechter, teneinde te voorkomen dat noodzakelijke en dringende maatregelen ten aanzien van jongeren niet kunnen worden genomen wegens de afwezigheid van de normaliter bevoegde jeugdrechter, heeft de wetgever ook de snelle saisine van de laatstgenoemde opgelegd, opdat het optreden van de onderzoeksrechter tot het strikt noodzakelijke zou worden beperkt en het dossier betreffende de jongere zo snel mogelijk opnieuw aan de jeugdrechter zou worden overgemaakt.