(1) La violence physique, sexuelle ou psychologique envers les enfants, les adolescents et les femmes, quel que soit le contexte social ou le lieu où se déroule la violence, constitue une atteinte à leurs droits à la vie, à la sécurité, à la liberté, à la dignité et à l’intégrité physique et émotionnelle et une menace sérieuse pour la santé physique et mentale des victimes.
(1) Fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen vormt, ongeacht de maatschappelijke context waarin het geweld plaatsvindt, een inbreuk op hun recht op leven, veiligheid, vrijheid, waardigheid en lichamelijke en emotionele integriteit en een ernstige bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers van dergelijk geweld.