5º le budget des dépenses nécessitées par les œuvres, visées au § 1, 3º, en distinguant la part prise en charge par la société résidente de production d'œuvres visées au § 1, 3º, et la part de financement prise en charge par chaque société résidente ou établissement belge d'un contribuable visé à l'article 227, 2º, revendiquant l'exonération visée au § 2;
5º het budget van de uitgaven die nodig zijn voor een van de onder § 1, 3º, vermelde producties in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de binnenlandse vennootschap voor de productie omschreven in § 1, 3º, en het gedeelte dat gefinancierd wordt door elke binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2º, die aanspraak maakt op de vrijstelling bedoeld in § 2;