29. ra
ppelle qu'il existe dans de nombreux États membres, tels que la Suède, la République tchèque, les Pays-Bas, le Royaume-Uni et l'Allema
gne, des organismes indépendants qui accompagnent de manière constructive les gouvernements dans le processus législatif afin de réduire les charges administratives qui pèsent sur les entreprises et les citoyens, ainsi que de réduire les coûts liés à l'obligation d'information, d'une façon à la fois mesurable et vérifiable; observe que les bonnes pratiques et l'expérience des organes existants en
...[+++] matière d'amélioration de la réglementation pourraient être prises en compte; prend acte de la transformation du comité d'analyse d'impact en comité indépendant de contrôle réglementaire et escompte que l'inclusion d'experts indépendants aura un effet positif sur le processus d'analyse d'impact de la Commission; insiste toutefois sur le fait que le comité de contrôle réglementaire a un rôle exclusivement consultatif et ne doit pas émettre de positions contraignantes; insiste sur le fait que les analyses d'impact doivent être conformes et doivent par conséquent tenir compte de toute modification introduite lors de la phase de consultation interservices et devraient s'appuyer, entre autres éléments, sur l'estimation des coûts additionnels que les États membres auraient à supporter en l'absence de solution au niveau européen; estime que l'avis du comité de contrôle réglementaire devrait être joint à la proposition législative finale; propose de débattre, dans le cadre de la renégociation à venir de l'accord interinstitutionnel, de la question de savoir s'il serait dans l'intérêt commun des institutions d'instituer un Conseil de contrôle des normes jouant un rôle purement consultatif; 29. wijst erop dat in veel lidstaten, zoals Zweden, Tsjechië, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, onafhankelijke organen de regeringen constructieve bijdragen leveren in verband met wetgeving
sprocessen, met als doel de administratieve lasten voor bedrijven en burgers te verminderen en de kosten met betrekking tot informatieverplichtingen op een meetbare en controleerbare manier terug te dringen; merkt op dat rekening kan worden gehouden met de optimale werkwijzen en de ervaringen van bestaande organen voor betere regelgeving; stelt vast dat de Raad voor effectbeoordeling van de Commissie is omgezet in een onafhankelijke "R
...[+++]aad voor regelgevingstoetsing" en verwacht dat de deelname van onafhankelijke deskundigen aan deze raad een positief effect zal hebben op de werkwijze van de Commissie op het gebied van effectbeoordelingen; staat erop dat de Raad voor regelgevingstoetsing uitsluitend een raadgevende functie vervult en geen bindende adviezen mag uitbrengen; benadrukt dat effectbeoordelingen consistent moeten zijn, rekening moeten houden met alle eventuele wijzigingen die worden ingevoerd tijdens het overleg tussen de diensten van de Commissie, en onder meer gebaseerd moeten zijn op ramingen van de bijkomende kosten voor de lidstaten indien geen oplossing wordt gevonden op Europees niveau; is van mening dat het standpunt van de Raad voor regelgevingstoetsing bij het definitieve wetgevingsvoorstel moet worden gevoegd; stelt voor in het kader van de komende onderhandelingen over het interinstitutioneel akkoord te bespreken of een raad voor regelgevingscontrole van gezamenlijk belang kan zijn voor de instellingen als louter adviserend orgaan;