à la demande d’un des États membres visés à l’article 25, de l’Islande, de la Norvège, de la Suisse, d’un membre de la commission consultative ou du secrétaire général adjoint, les projets de contrats d’un montant inférieur à celui fixé au point a), lorsqu’ils estiment que ces contrats posent des questions de principe ou présentent un caractère particulier».
op verzoek van een van de in artikel 25 genoemde lidstaten, IJsland, Noorwegen of Zwitserland, een lid van de raadgevende commissie of de plaatsvervangend secretaris-generaal, over de ontwerp-aanbestedingsovereenkomsten waarmee een geringer bedrag dan het onder a) bedoelde drempelbedrag is gemoeid, wanneer zij van mening zijn dat deze overeenkomsten beginselvragen opwerpen of een bijzonder karakter vertonen”.