§ 1. Lorsque les conditions d'imposition de mesures en vertu de l'article 234, 235 ou 236 sont réunies en ce qui concerne une filiale belge d'une entreprise mère dans l'EEE dans un autre Etat membre, l'autorité de contrôle, lorsqu'elle a l'intention d'appliquer une mesure conformément à l'article 234 ou 236, le notifie à l'ABE et consulte l'autorité de surveillance sur base consolidée.
§ 1. Indien aan de voorwaarden voor het opleggen van maatregelen op grond van artikel 234, 235 of 236 is voldaan met betrekking tot een Belgische dochteronderneming van een EER-moederonderneming in een andere lidstaat, stelt de toezichthouder, wanneer hij voornemens is in overeenstemming met artikel 234 of 236 een maatregel te nemen, de EBA in kennis en raadpleegt hij de consoliderende toezichthouder.