En ce qui concerne la situation de M. Hernández et de M. González, le problème du traitement des deux prisonniers cubains et de leurs familles doit être résolu de manière bilatérale par les États-Unis et Cuba étant donné que la protection des droits et intérêts des citoyens de pays tiers relève, selon la convention de Vienne sur les relations consulaires, de la compétence individuelle de chaque État membre concerné.
Wat de situatie van de heren Hernández en González betreft, zij vermeld dat de behandeling van de Cubaanse gevangenen en hun gezinnen een bilaterale zaak is tussen de Verenigde Staten en Cuba. De bescherming van de belangen van in het buitenland verblijvende staatsburgers van een bepaald land, is overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen een individuele bevoegdheid van de betrokken landen.