Mme Taelman dépose les amendements nº 36 et 37 (do c. Sénat, nº 2-554/4), qui n'imposent le principe de l'obligation de convocation et de comparution, avec de gros efforts administratifs, que dans les cas où l'audition du mineur apporte une véritable plus-value pour lui et le tribunal.
Mevrouw Taelman dient de amendementen nrs. 36 en 37 in (stuk Senaat, nr. 2-554/4) dat het principe van de oproepings- en verschijningsplicht, met hoge administratieve inspanningen, enkel oplegt in de gevallen waar het horen van de minderjarige een echte meerwaarde voor de minderjarige en de rechtbank meebrengt.